Bijeenroepen
Niet iedereen kan een algemene vergadering bijeenroepen. Doorgaans bepalen de statuten van een vennootschap dat het bestuur, de raad van commissarissen en aandeelhouders met een bepaalde omvang van het uitstaand kapitaal een algemene vergadering kunnen bijeenroepen. De statuten kunnen ook aan anderen dit recht geven.
De aandeelhouder kan in ieder geval, als zij alleen of gezamenlijk ten minste een procent vertegenwoordigen, aan het bestuur en aan de raad van commissarissen schriftelijk en onder nauwkeurige opgave van de te behandelen onderwerpen het verzoek richten een algemene vergadering bijeen te roepen. De vergadering dient dan binnen vier weken plaats te vinden. Andere vergadergerechtigden komt eenzelfde recht toe.
Oproepen inclusief agenda
Wanneer een algemene vergadering wordt gepland moeten de vergadergerechtigden daartoe een oproepingsbrief ontvangen. De minimumtermijn voor het geldig oproepen is acht dagen van tevoren.
In de oproepingsbrief moeten de te behandelen onderwerpen worden vermeld. Onderwerpen die door de aandeelhouders zijn ingezonden moeten daar ook in staan. De onderwerpen moeten wel ten minste dertig dagen voor de vergadering worden ingezonden. Alleen aandeelhouders die al dan niet gezamenlijk van genoeg omvang zijn, kunnen onderwerpen aandragen.
Wanneer een onderwerp niet op deze agenda staat kan daarover niet worden besloten, tenzij iedereen tijdens de vergadering daar alsnog mee instemt en het bestuur alsmede de raad van commissarissen de mogelijkheid heeft gehad om daarover voorafgaand advies te geven.
Behandelen
Wanneer een geschil binnen de onderneming aan de algemene vergadering wordt voorgelegd is het raadzaam om dit gepaard te doen gaan met een nauwkeurige toelichting en indien mogelijk ook stukken. De algemene vergadering moet namelijk in staat worden gesteld om op basis van een goede informatiepositie een besluit te nemen. Vervolgens is het raadzaam om het punt te behandelen door het voorzien in een mondelinge toelichting en het daarna ruimte bieden voor een open dialoog tussen het bestuur en de aandeelhouders omtrent het onderwerp.
In ieder geval moeten de bestuurders en de commissarissen de mogelijkheid worden geboden om hun raadgevende stem te laten horen. Het doel van deze raadgevende stem is dat bestuurders hun visie op de voorgenomen besluiten kunnen geven, zodat de aandeelhouders hiermee rekening kunnen houden bij hun besluitvorming.
Besluiten
Wanneer een onderwerp wordt voorgelegd aan de algemene vergadering zal dit in beginsel zijn gericht op het nemen van een besluit over dit onderwerp. Zodoende kan de algemene vergadering een breekijzer zijn in een discussie waar het bestuur zelf niet uitkomt.
Het komt veelvuldig voor dat de mensen die het bestuur vormen ook aandeelhouder zijn, mogelijk zelfs alle aandeelhouders. Wanneer de (stem)verhoudingen in het bestuur en in de algemene vergadering hetzelfde zijn, zal het behandelen van een punt op de algemene vergadering niet zonder meer voortgang boeken.
Wanneer er een bekend overwicht is in de algemene vergadering zal het escaleren van de bestuursvergadering richting de aandeelhoudersvergadering door de meerderheidsaandeelhouder mogelijk door de minderheidsaandeelhouder worden ervaren als buitenspel zetten.
Conclusie
Afhankelijk van de samenstelling van het bestuur en de aandeelhouders, in bijzonder de overlap daartussen, kan het behandelen van een (potentieel) geschil op de aandeelhoudersvergadering tot een oplossing leiden. De algemene vergadering kan besluiten om een bepaalde kant op te gaan en dat aan het bestuur voorleggen. Het is in beginsel aan het bestuur om de koers van de onderneming te bepalen, maar in het geval dat het bestuur hierover van mening verschilt kan de algemene vergadering de doorslag geven.
Naast de algemene vergadering kan ook worden geëscaleerd naar een ander orgaan binnen de rechtspersoon, in het bijzonder de raad van commissarissen. Daarover gaat het volgende deel.