Uitspraak van de week: forse huurachterstand, toch geen einde huur

Wanneer een huurder in financiële problemen komt, kan verhuurder besluiten om via de rechter betaling van de huurachterstand en ontruiming van de woning te vorderen. Maar wat als de huurder inmiddels onder bewind is gesteld en werk maakt van herstel? Een recente uitspraak van de kantonrechter Rotterdam laat zien hoe zorgvuldig belangen worden afgewogen.

Huurachterstand én herstelinzet
In deze zaak ging het om een huurder die sinds 2019 een woning van een woningcorporatie huurt. De maandhuur bedraagt € 616,91. Op 20 februari 2025 is de huurder onder bewind gesteld. De woningcorporatie stelde dat er tot en met oktober 2024 een forse huurachterstand was ontstaan van ruim € 6.000,00 en vorderde zowel betaling als ontbinding van de huurovereenkomst met ontruiming van de woning.

De bewindvoerder betwistte de achterstand niet, maar voerde aan dat inmiddels al ruim € 3.000,00 was afgelost en dat de lopende huur sinds maart 2025 structureel wordt voldaan vanuit de bijstandsuitkering van de huurder. Daarbij werd toegelicht dat de huurder in een schuldhulptraject zit en dat stabiel wonen essentieel is voor herstel.

De oplossing: een voorwaardelijke ontbinding
De rechter oordeelde dat de huurachterstand van bijna negen maanden inderdaad een ernstige tekortkoming vormt. Toch volgde geen directe ontbinding van de huurovereenkomst. Vanwege de afbetalingen, de hervatte betaling van de lopende huur, én het belang van behoud van de woning voor de persoonlijke en financiële stabiliteit van de huurder, koos de rechter voor een voorwaardelijke ontbinding.

Met andere woorden: de huurder mag blijven wonen, zolang de lopende huur op tijd wordt betaald en er geen nieuwe achterstand ontstaat. Wordt daar niet aan voldaan, dan eindigt de huurovereenkomst alsnog en moet de woning binnen veertien dagen worden ontruimd. Tot dat moment geldt een gebruiksvergoeding gelijk aan de huur.

De betekenis van deze uitspraak
Deze uitspraak bevestigt het belang van maatwerk in het huurrecht, zeker in situaties waarin de huurder onder bewind is gesteld en zicht toont op herstel. De ‘voorwaardelijke ontbinding’ fungeert hier als een stok achter de deur: het geeft de verhuurder enige zekerheid, maar biedt de huurder ook perspectief.

Benieuwd naar de uitspraak? Lees hem via deze link.

Gepubliceerd op

18-06-2025

Rechtsgebieden

Huurrecht