Rabobank zegt onterecht bancaire relatie op

Het gaat in de zaak om een drietal ondernemingen dat gefinancierd wordt door de Rabobank. De ondernemingen houden zich hoofdzakelijk bezig met de handel in witgoed en elektronica. In het verleden hielden zij zich ook bezig met de autohandel, maar de ondernemingen geven bij de Rabobank aan dat dit een gepasseerd station is. Een aantal jaar later wordt de autohandel toch weer opgepakt en vinden in dat kader met regelmaat contante betalingen plaats. De Rabobank zegt hierop de bancaire relatie op. De reden hiervoor is dat de autohandel volgens de Rabobank een onwenselijk hoog risico op witwassen met zich meebrengt. De kredietfaciliteit wordt volgens de Rabobank op een oneigenlijke manier gebruikt en daarom is er sprake van een vertrouwensbreuk.

De rechter stelt de Rabobank in het ongelijk. Het feit dat de ondernemingen de autohandel toch weer hebben opgepakt wettigt niet zomaar de conclusie dat sprake is van een vertrouwensbreuk. De ondernemingen hebben verklaard dat zij bereid zijn volledig mee te werken aan onderzoek door de Rabobank, eventueel met behulp van hun accountant. De Rabobank heeft echter zonder nader overleg de relatie opgezegd, terwijl het belang van de ondernemingen bij voortzetting ervan heel groot is. De opzegging door de Rabobank is daarom onaanvaardbaar.

Hoewel banken praktisch altijd een contractuele opzegbevoegdheid hebben, kunnen de omstandigheden meebrengen dat zij daar niet zomaar gebruik van mogen maken. Heeft u een geschil met uw bank over uw financiering? Aarzel dan niet om contact op te nemen met onze advocaten. Zij kunnen u daarin bijstaan.

Wilt u de uitspraak zelf lezen? Dat kan hier.

Bankpas

Auteur

mr. Mart (M.O.) Thijsen

Gepubliceerd op

31-08-2021

Rechtsgebieden

Ondernemingsrecht