Nieuwe verplichtingen voor zorgaanbieders

De Wtza brengt een aantal belangrijke nieuwe verplichtingen met zich mee: zowel voor nieuwe als voor bestaande zorgaanbieders. Hoewel het nog even duurt voordat de verplichtingen gaan gelden, is het vanwege de grote wijzigingen raadzaam om deze alvast in kaart te brengen en te bekijken op welke wijze straks uitvoering aan de nieuwe verplichtingen moet worden gegeven. In deze blog zetten wij de belangrijkste wijzigingen voor zorgaanbieders op een rij. 

Meldplicht

Er gaat een meldplicht gelden voor iedere zorgaanbieder die zorg (in de zin van de Wet kwaliteit klachten en geschillen zorg (Wkkgz)) wil gaan verlenen of laat verlenen. Deze meldplicht geldt onder andere voor eerstelijnszorg, ziekenhuizen, wijkverpleging, verpleeghuizen en voor aanbieders van cosmetische zorg en alternatieve geneeswijzen. In het Uitvoeringsbesluit Wtza zijn de uitzonderingen op de meldplicht geregeld. Onder andere apotheken, abortusklinieken en Regionale Ambulancevoorzieningen worden uitgezonderd van de meldplicht. 

De meldplicht moet duidelijk maken dat het verlenen van zorg niet vrijblijvend is. Het doel van de meldplicht is tweeledig: enerzijds moet de  meldplicht ervoor zorgen dat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) niet meer veel tijd kwijt is met het informeren van nieuwe zorgaanbieders over de (kwaliteits)eisen, zodat zij zich op haar toezichttaak kan richten. Anderzijds zijn nieuwe zorgaanbieders door de meldplicht direct op de hoogte van de voor hen geldende (kwaliteits)eisen.

Toelatingsvergunning

De Wtza voorziet in een vernieuwde vergunningsprocedure voor een specifieke categorie instellingen (zoals bijvoorbeeld voor zorginstellingen die medisch specialistische zorg verlenen).  Hierop zijn in de Uitvoeringswet Wtza weer een aantal uitzonderingen gemaakt. Zo zijn onder andere militaire gezondheidszorg, Regionale Ambulancevoorzieningen en justitiële inrichtingen uitgezonderd van de verplichting om te beschikken over een toelatingsvergunning. Bij het aanvragen van een toelatingsvergunning zal o.a. worden getoetst aan bepaalde eisen ten aanzien van de bedrijfsvoering en bestuursstructuur. Er hoeft niet meer standaard een VOG bij de aanvraag worden overgelegd, maar alleen nog in bepaalde gevallen. Verder zijn de weigerings- en intrekkingsgronden van de vergunning omvangrijker dan die van de huidige WTZi-toelating. 

De WTZi-toelatingen van bestaande zorgaanbieders worden automatisch omgezet in een vergunning, indien een vergunning op grond van de Wtza verplicht is. Als een vergunning op grond van de Wtza niet verplicht is, vervalt de WTZi-toelating met inwerkingtreding van de Wtza.  Zorgaanbieders die van rechtswege waren toegelaten tot de WTZi, moeten wel binnen twee jaar na inwerkingtreding van de Wtza een vergunning aanvragen.

Intern toezicht

De meeste vergunningsplichtige zorgaanbieders moeten daarnaast straks een intern toezichthoudend orgaan hebben. Het Uitvoeringsbesluit Wtza bepaalt dat een interne toezichthouder moet bestaan uit ministens drie natuurlijke personen. Deze personen mogen voor een termijn van maximaal vier jaar worden benoemd, met één verlenging van vier jaar.

Het Uitvoeringsbesluit Wtza bevat onafhankelijkheidsvereisten die gelden voor de toezichthouders. Zo mag een lid van de interne toezichthouder bijvoorbeeld geen aandelen in de instelling houden of een andere financiële vergoeding van de instelling ontvangen van een passende vergoeding voor diens werkzaamheden.

Heeft u vragen over wat de inwerkingtreding van de Wtza en AWtza voor uw zorginstelling zal gaan betekenen en aan welke verplichtingen u straks (al dan niet) moet voldoen? Neemt u dan gerust contact op met mr. Tessa Vollbehr. Zij helpt u graag verder.

Gezondheidsrecht

Gepubliceerd op

23-03-2021

Rechtsgebieden

gezondheidsrecht