De HR heeft gesproken: de uitzendovereenkomst met uitzendbeding eindigt niet langer automatisch bij ziekte van de uitzendkracht

De kwestie

Uit de cao voor uitzendkrachten volgt dat een uitzendovereenkomst met uitzendbeding eindigt als een uitzendkracht zich ziekmeldt. Het uitzendbeding houdt in dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt doordat de terbeschikkingstelling van de uitzendkracht op verzoek van de inlener ten einde komt (art. 7:691 lid 2 BW).

Een zieke uitzendkracht was het hier niet mee eens. Hij vorderde loondoorbetaling van het uitzendbureau, maar de rechtbank wees dat af. In hoger beroep had hij meer succes en het gerechtshof Den Haag oordeelde dat deze cao-bepaling in strijd is met het wettelijke ontslagverbod tijdens ziekte en dat de uitzendkracht daarom recht heeft op loondoorbetaling.

 

De procedure bij de Hoge Raad

Het uitzendbureau was het hier niet mee eens en ging in cassatie bij de Hoge Raad. Voordat de Hoge Raad een uitspraak doet geeft een advocaat-generaal eerst een schriftelijk advies aan de Raad. In dit geval was dat mevrouw De Bock en zij had de Hoge Raad geadviseerd het cassatieberoep te verwerpen. Hierop trok het uitzendbureau het cassatieberoep in, nog vóórdat de Hoge Raad uitspraak had gedaan.

 

De Hoge Raad vond deze zaak echter in het belang van de rechtsontwikkeling en de rechtseenheid zo belangrijk, dat zij besloot om toch uitspraak te doen en duidelijkheid te scheppen over de rechtsgeldigheid van het uitzendbeding bij ziekte.

 

Het oordeel van de Hoge Raad

De Hoge Raad oordeelde dat het uitzendbeding niet in strijd is met het opzegverbod tijdens ziekte. De wetgever heeft bewust in de wet geregeld dat het uitzendbeding het in de eerste 26 weken – bij cao te verlengen tot maximaal 78 weken – mogelijk maakt om de uitzendovereenkomst op verzoek van de inlener te beëindigen, ook in geval van ziekte. De Hoge Raad oordeelde dat het uitzendbeding dus ook in geval van ziekte van de uitzendkracht tot beëindiging van de uitzendovereenkomst kan leiden. Dat is niet in strijd met het wettelijke ontslagverbod bij ziekte. Wel is in dat geval vereist dat de inlener daadwerkelijk een verzoek tot beëindiging van de terbeschikkingstelling van de uitzendkracht doet. Dat betekent dat de inlener actief de opdracht moet beëindigen als een uitzendkracht ziek wordt tijdens de ter beschikkingstelling. Dus geen automatische contractbeëindiging in geval van ziekmelding, maar wél na een verzoek daartoe van de inlener.

 

Mocht u meer over dit onderwerp willen weten neemt u dan contact op met Elizabeth Stegeman, bereikbaar op 06-29293638 of per mail stegeman@benkadvocaten.nl of Ben Kievitsbosch, bereikbaar op 050 -3136416 of per mail kievitsbosch@benkadvocaten.nl

Uitspraak.jpg

Auteur

mr. Elizabeth (W.E.A.) Stegeman

Gepubliceerd op

23-03-2023

Rechtsgebieden

Arbeidsrecht